Ik ben een man van 49 jaar. Al vanaf mijn 18e heb ik dezelfde vriendin. Gedurende mijn hele leven had ik mijn vader ondersteund die getraumatiseerd was. Hij hing op mij en dat benauwde mij enorm. Zelfs al op mijn 13e kreeg ik hyperventilatieaanvallen. Mijn vriendin is mijn alles. Lief, zacht, knap, spontaan, humoristisch, etc. Ik vroeg haar op mijn 25e ten huwelijk, maar trok dat ineens weer in. Ik wist toen nog steeds niet waarom. Ik had ontzettend veel stress door mijn vader. Toch ging ik vaak vreemd, maar vanaf de geboorte van mijn kinderen nam ik mij voor om dit niet meer te doen. Vanaf het moment dat mijn vader overleed (ong. 10 maanden geleden) schreef ik mij direct in bij dating sites en had verschillende ontmoetingen. Iedere keer dacht ik 'wat doe ik hier' en 'mijn vriendin is veel knapper'. Ik heb een moment gehad van totale toewijding aan mijn vriendin. Kocht bloemen, knuffelde haar veel meer en vertelde dat ik wel met haar zou willen trouwen. Vrijwel direct voelde ik mij dagenlang uitstekend. Vrij, opgelucht, klaar met alle ellende en verdriet. Toen ik dat echter voelde, was het effect dat ik mij wéér inschreef op een datingsite en fantaseerde over een 2e vriendin. Dit leverde mij barstende hoofdpijn op en weer veel stress. Ik slaap al zeker 1 jaar apart en iedere neem ik voor om naast haar te gaan slapen, maar toch weerhoudt mij iets. Het is net alsof ik mij nog niet vrij kan geven. Het gevoel van vrijheid speelt heel veel parten. Dingen doen die ik zelf wilde, werden geblokkeerd door mijn vader, dus veel dingen heb ik niet kunnen doen in mijn leven. Is snap de logica inmiddels volledig, maar kan dit niet doorbreken. Als zij enthousiast wil dansen met mij, dan klap ik dicht. Dit zijn vreselijke momenten, want ik blokkeer emotioneel dan volledig, maar weet dat ik eigenlijk uitbundig wil meedansen en plezier wil maken. Ik word dan zelfs boos op haar. wat volkomen onterecht is. Wat kan ik doen om dit patroon te doorbreken? Ik ga in gesprek met een psycholoog, maar misschien herkent iemand dit en heeft tips. Thanks, Frank
Frank